9
6.3 Kettingspanning afstellen
(voor fietsen zonder versnellingen):
aanbevolen wordt uw dealer naar de juiste kettingspanningafstelling
te vragen.
1. Draai de framebouten (bouten A) van het achterwiel los met een 5 mm
inbussleutel (zie fig. D-1).
2.
Draai de naafbouten van het achterwiel (bouten B) los met de
inbussleutel.
3.
U kunt de kettingspanning aanpassen door de naaf van het achterwiel
met de hand te draaien.
Zorg ervoor dat de ketting soepel werkt als u hem afstelt.
4.
Zet de losgedraaide bouten (bouten B & A) vast met een inbussleutel
(5 mm).
6.4 Afstellen van het snelspannermechanisme.
Uniek ontwerp: "geleidingsschroef".
Om de fiets makkelijk te kunnen opslaan en om de hoogte van de
zadelpen makkelijk te kunnen afstellen, hebben wij een geleidingsschroef
(zie fig. E-1) voor de zadelpen ontworpen. Deze zorgt ervoor dat de
fietsafstelling behouden blijft terwijl u de hoogte van de zadelpen aanpast.
U hoeft dan niet steeds de uitlijning van de zadelpen te controleren als
u de hoogte van de zadelpen aanpast.
Verder kan de zadelpen, als u deze op de laagste stand zet, tegen de
bagagedrager aanklappen, dus zorg ervoor dat u de bagagedrager op de
verdwijnt hierdoor.
Door de kracht van de snelspanner op de beugel rond de zitbuis, waar de
zadelpen in zit geschoven, zal het zadel veilig op zijn plaats blijven. Met de
stelmoer kan de klemkracht bepaald worden. Door de stelmoer rechtsom
te draaien en de hendel op zijn plaats te houden, wordt de klemkracht
groter. Door de stelmoer linksom te draaien en de hendel op zijn plaats
te houden, wordt de klemkracht kleiner. Minder dan een halve draai van de
stelmoer kan het verschil bepalen tussen een veilige en een onveilige
Inbusbouten (B)
Inbusbouten (A)
Fig. D-1
Sleuf
Fig. E-2
Fig. E-3
Fig. E-4
Geleidings-
schroef
Fig. E-1