REMLEIDINGEN. WEES ER ZEKER VAN DAT DE PLAATJES EN DE ROTOR VRIJ BLIJVEN VAN
OLIE, VET OF REMVLOEISTOF. ALVORENS DE PLAATJES EN DE ROTOR TE BEHANDELEN,
DIENT U DE REMLEIDINGEN, DE CALIPER EN DE REMGREEP SCHOON TE MAKEN MET DE
OPLOSSING VAN AFWASMIDDEL, DAARNA TE SPOELEN MET SCHOON WATER, EN TE
LATEN DROGEN. NB: WAS EERST UW HANDEN !! WANNEER DE ROTOR BESMET IS MET
REMVLOEISTOF, MAAK ZE DAN EERST GOED SCHOON MET DE OPLOSSING VAN AFWAS-
MIDDEL, SPOEL ZE MET SCHOON WATER EN LAAT ZE DROGEN. WANNEER DE PLAATJES
SMERIG ZIJN, VERWIJDER ZE EN GEBRUIK NIEUWE PLAATJES.
Elke keer wanneer het systeem geopend is, dient het te worden ontlucht. Als er lucht in het systeem
is, zal de remgreep zacht aanvoelen en zullen de remprestaties onder de maat zijn. Indien het sys-
teem goed ontlucht is, zal dit door de remgreep goed voelbaar zijn, bij het indrukken van de remgreep
is te voelen dat de remplaatjes stevig op de rotor drukken. De rem voelt dan niet sponsig aan.
De doorbloedingskit (kit# QBDS, bijgeleverd bij elke set) bestaat uit een flesje remvloeistof, 2 slanget-
jes, een 20cc spuit en vier knelringen en 4 insteekadapters (inserts).
1. Verwijder de wielen en de plaatjes van de fiets, mocht u dit nog niet gedaan hebben.
2. Draai de caliper instelschroef aan de linkerkant helemaal uit (tegen de klok in). Wees er ook zeker
van dat de remgreep volledig uitgeveerd is en dat de 2mm reikwijdte stelschroef niet de reikwijdte
onderdrukt. Plaats een kunststof handvat van een inbus T sleutel in de sleuf van de caliper en
gebruik een 5 mm inbussleutel om de rechter caliper stelschroef zover in te draaien dat het kunststof
handvat klem komt te zitten tussen de vlakke kanten van de zuigers (niet tegen de uitstekende pin-
netjes van de zuigers plaatsen!)
3. Verwijder de rubberen beschermingen van de caliper en van de remgreep. Als deze afwezig zijn,
wees er dan zeker van dat ze vrij zijn van vuil en andere besmetting. Gebruik een 1.5mm inbussleutel
om vuil te verwijderen. Het voor het ontluchten niet verwijderen van het vuil zal de levensduur van de
interne afdichtingen aanmerkelijk verkorten.
4. Draai de remgreep los en draai de greep zo dat de ontluchtingsschroef naar boven wijst. Bevestig
één van de slangetjes aan de ontluchtingsschroef en steek het andere einde in de schone droge fles.
NB: Het makkelijkste is om de opvangfles aan het stuur vast te binden met een draad, elastiek of met
behulp van een oude spaak. Wees er zeker van dat de vloeistof en het flesje absoluut schoon blijven.
Gebruik nooit vloeistof die smerig is.
5. Bevestig de tweede slang aan de spuit en vul de spuit met remvloeistof. Zet de spuit met slang op
de kop, zodat de lucht uit de spuit en de slang kan. Bevestig nu de slang aan de ontluchtingsschroef
van de caliper.
6. Gebruik een 7mm steeksleutel om de ontluchtingsschroef op de remgreep een halve slag te
draaien. Gebruik hierna een 5mm inbussleutel om de zuigerzijde van de caliper op zijn plaats te
houden, terwijl u met een 7mm steeksleutel de ontluchtingsschroef op de caliper opent. Begin te
drukken op de spuit. Ga door met het ontluchten totdat de schroeven dichtgedraaid worden in stap
10.
NB: Als er geen vloeistof meer aanwezig is in de spuit, sluit dan simpelweg de ontluchtingsschroef op
de caliper. Verwijder de slang en vul deze opnieuw, daarna begint u overnieuw.
7. Terwijl u druk uitoefent op de spuit, begint u met de plastic achterkant van een schroevendraaier op
de caliper te tikken, zodat de kleinste luchtbellen uit de caliper verdwijnen. Gedurende deze actie kunt
u waarschijnlijk luchtbellen door het systeem naar boven zien komen in de opvangfles.
8. Begin nu te tikken op de remleiding, en langzaam gaat u door tot aan boven aan het systeem, ter-
wijl u nog steeds op de spuit drukt.
9. Tik op de cilinder op de remgreep om daarna enkele malen langzaam de greep in te drukken en
los te laten. Dit om lucht uit de zuiger van de cilinder te krijgen, terwijl u druk blijft uitoefenen op de
spuit.
64.
