WAARSCHUWING: VERWIJDER WIELEN EN PLAATJES VOOR HET VERKORTEN VAN DE
REMLEIDINGEN. WEES ER ZEKER VAN DAT DE PLAATJES EN DE ROTOR VRIJ BLIJVEN VAN
OLIE, VET OF REMVLOEISTOF. ALVORENS DE PLAATJES EN DE ROTOR TE BEHANDELEN,
DIENT U DE REMLEIDINGEN, DE CALIPER EN DE REMGREEP SCHOON TE MAKEN MET DE
OPLOSSING VAN AFWASMIDDEL, DAARNA TE SPOELEN MET SCHOON WATER, EN TE
LATEN DROGEN. NB WAS EERST UW HANDEN !! WANNEER DE ROTOR BESMET IS MET
REMVLOEISTOF, MAAK ZE DAN EERSTE GOED SCHOON MET DE OPLOSSING VAN AFWAS-
MIDDEL, SPOEL ZE MET SCHOON WATER EN LAAT ZE DROGEN. WANNEER DE PLAATJES
SMERIG ZIJN, VERWIJDER ZE EN GEBRUIK NIEUWE PLAATJES.
1. Draai de afstelschroeven volledig uit (voor een maximale ruimte tussen de plaatjes).
2. Verwijder de wielen en plaatjes van de fiets. Trek de plastic beschermkap van de remgreep, zodat
de bevestigingsschroef van de remleiding zichtbaar is.
3. Gebruik een 8mm steeksleutel, draai de schroef los en trek de remleiding uit de remgreep. Schuif
de beschermkap en de bevestingsschroef ver weg van de plaats waar u gaat verkorten.
Druk de remgreep niet in als de remleiding
niet bevestigd is.
4. Gebruik een scheermes of een speciaal
stuk snijd-gereedschap om de remleiding op
de gewenste lengte te knippen. Snijdt de
remleiding recht af en tenminste 1cm van het
oude uiteinde om te voorkomen dat u de
insert beschadigt. Gebruik geen gekartelde
messen of scharen, omdat deze het uiteinde
van de lijn kunnen beschadigen.
5. Schuif een nieuwe knelring ver genoeg
over het einde van de remleiding, zodat
5mm van de remleiding zichtbaar is. Plaats
de knelring met de scherpe kant richting de
bevestigingsschroef (weg van de remgreep).
Plaats dan een nieuwe insert in de remleid-
ing. De afstand van de knelring tot de rand
van de insteekadapter zal niet meer dan
1.6mm bedragen. Zie figuur 7.
Belangrijk: Gebruik een nieuwe knelring en een insert elke keer als de remleiding wordt verkort.
Meerdere reserveonderdelen zijn meegeleverd bij de remset.
6. Druk het uiteinde van de remleiding in de mastercylinder totdat de knelring kontakt maakt met de
caliper, en controleer dat de remleiding niet de band, het wiel of onderdelen van de fiets raakt. Schuif
de bevestigingsschroef terug in de mastercylinder en draai deze met 8-9Nm aan. Wees voorzichtig
met het aandraaien, zodat u niet de schroefdraad in de mastercylinder beschadigt.
7. Trek voorzichtig aan de remleiding om er zeker van de zijn dat deze goed vast zit.
8. Voor het opnieuw installeren van de wielen of de remplaatjes, dient u het systeem te ontluchten.
Zie de volgende sectie voor het correct uitvoeren van het ontluchten.
HET ONTLUCHTEN VAN HET SYSTEEM / VLOEISTOF VERVANGEN
GEBRUIK ENKEL EN ALLEEN CODA REMVLOEISTOF. ANDERE VLOEISTOFFEN ZIJN NIET
UITWISSELBAAR MET DE EXPERT AFDICHTINGEN EN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM.
WAARSCHUWING: VERWIJDER WIELEN EN REMPLAATJES VOOR HET VERKORTEN VAN DE
63.
Fig. 7