Het plaatje dient kort tegen de rotor aangemonteerd te worden, voor een optimale remkracht. Stel
hierna de bewegende zuiger in, voor reikwijdte en remgevoel.
3. Controleer of de remmen goed functioneren en dat de remleidingen goed gemonteerd zijn, voordat
de fiets gebruikt wordt. Rijdt voorzichtig totdat u gewend bent aan de nieuwe remmen, omdat
hydraulische remmen anders remmen dan traditionele kabelremmen. Onthoudt dat de nieuwe plaat-
jes 30 tot 40 volledige stops nodig hebben om goed in te lopen. Het inlopen kan worden bevorderd
door te rijden op een vlak terrein (een parkeerplaats bv) en daar 200-300 meter te rijden met de rem-
men ingedrukt. Daarna maakt u 20 tot 30 volledige stops.
REMPLAATHOUDER
Wanneer u het wiel demonteert, plaats dan de CODA remplaathouder (kit# QC111/) in de caliper om
er zeker van te zijn dat de plaatjes niet uit de caliper vallen. Controleer eerst of de houder vrij is van
olie, vet of remvloeistof. . Installeer de CODA remplaathouder met de uitsparing in zijn geheel in de
caliper. De twee ronde knoppen zullen de houder in de caliper houden. (zie figuur 5)
Wees er zeker van dat beide remplaatjes in de caliper zitten wanneer u het wiel opnieuw installeert.
REM- SLIJTAGE INDICATORS
Vervang de CODA plaatjes wanneer de pin op de zuiger volledig door het plaatje gaat. (zie figuur 6.)
De CODA rotors zijn ook aan slijtage onderhevig en dienen te worden te vervangen wanneer deze
dunner zijn dan 1.73mm. Nieuw meten de rotors 1.98mm.
De CODA remvloeistof, ontwikkeld door de NASA, is niet onderhevig aan veranderingen door
extreme temperaturen en absorbeert geen vocht, zodat ze afbreekt naar verloop van tijd.
SECTIE II: SERVICE
HET VERKORTEN VAN DE REMLEIDINGEN
NB: Het is aan te bevelen de Expert Schijfremleiding te verkorten bij de remgreep.
62.
Fig. 5
Fig. 6
NIEUWE PLATJEE
VERLESTEN PLAT-