D.21
HOOFDSTUK TWEE
Gids voor veilig gebruik van fietsaanhangers
Bevestigen van de aanhanger op de fiets
1. Schuif de koppelstukkogel in de koppelstukkom
(fig. 2.6).
2. Steek de borgpen (fig. 2.6) door de bovenkant van
de koppelstukkom.
Het kleine kogellager op de borgpen moet onder de
onderkant van de koppelstukkom zichtbaar zijn.
3. Bevestig de veiligheidsriem (fig. 2.7).
Wikkel de veiligheidsriem om de zadelbuis of de achtervork
van de fiets en klem hem op de D-ring op de disselboom vast.
4. Controleer of de aanhanger goed is bevestigd.
Probeer de koppelstukkogel uit de koppelstukkom te
trekken. Probeer tevens om de koppelstukkom tot boven de
as of snelspanner te draaien. De koppelstukkom mag niet
bewegen of draaien en de kogel hoort in de koppelstukkom
te blijven zitten. Als de verbinding deze test niet met goed
gevolg doorstaat, moet u de aanhanger opnieuw bevestigen
of ter reparatie naar de Trek-leverancier brengen.
Verwijderen van de aanhanger van de fiets
U kunt de koppelstukkom desgewenst op zijn plaats
laten zitten.
1. Verwijder de veiligheidsriem.
2. Verwijder de borgpen.
3. Schuif de koppelstukkogel naar voren in de koppel-
stukkom totdat u hem kunt loshalen.
4. Installeer de borgpen opnieuw om te voorkomen
dat hij in het wiel verstrikt raakt.
Figuur 2.7 - Veiligheidsriem om
frameonderdeel
Borgpen
Figuur 2.6 - Borgpen houdt kogel
in kom.
WAARSCHUWING
Trek een fietsaanhanger nooit zonder goed aangebracht koppelstuk
en zonder dat de veiligheidsriem aangebracht is. Als de aanhanger
loskomt, kan hij kantelen of crashen, wat resulteert in letsel. Sluit de
aanhanger zorgvuldig aan door deze instructies te volgen of raadpleeg
uw Trek-leverancier.