D.10
D.11
HOOFDSTUK EEN
Gids voor veilig gebruik van child carriers
Het kinderbevestigingssysteem dient om te voorkomen dat het
kind of de kinderen bij kuilen of schokken uit de child carrier vallen.
Kinderen moeten met de riem altijd stevig vastgezet zijn in de stoel
terwijl ze in de child carrier zitten.
De child carrier is ontworpen voor vervoer van één kind per beves-
tigingssysteem. Child carriers met een enkel bevestigingssysteem
zijn uitsluitend bestemd voor gebruik met een enkel kind; child car-
riers met twee bevestigingssystemen kunnen met twee kinderen of
met een enkel kind gebruikt worden. Als een enkel kind in een child
carrier met twee bevestigingssystemen zit, moet het kind het beves-
tigingssysteem met de middelste riem gebruiken.
Voordat u een kind in de child carrier plaatst, moet u voorkomen
dat de child carrier onverhoopt beweegt door de parkeerrem vast te
zetten. Pas nadat het kind met het bevestigingssysteem is vastgezet
mag u de parkeerrem weer loshalen. Laat de child carrier niet meer
los nadat u de parkeerrem hebt losgehaald. Probeer na gebruik
van de child carrier nooit om het kind uit de child carrier te halen
voordat u de parkeerrem hebt vastgezet.
WAARSCHUWING
Voorkom dat de child carrier beweegt met een kind aan boord zonder dat
u de stuurstang goed vasthebt. Als de child carrier onverhoopt verrijdt,
kan dit ernstig letsel veroorzaken. Houd de stuurstang stevig vast
wanneer u de child carrier voorduwt en zet de parkeerrem van de child
carrier altijd vast voordat u een kind in de child carrier plaatst of uit de
child carrier neemt.
ZORG DAT HET KIND GOED IN DE
CHILD CARRIER IS VASTGEZET.
Zorg dat het kind goed in de child carrier is vastgezet.
WAARSCHUWING
Als het kinderbevestigingssysteem niet altijd goed afgesteld en gebruikt
wordt, kan het kind gedeeltelijk of helemaal uit de child carrier vallen,
wat tot letsel kan leiden. Zet het kind met het bevestigingssysteem
goed in de child carrier vast voordat u de parkeerrem loshaalt en het
kind vervoert.